
Snel vakantie Frams

Week 1: Zichzelf voorstellen
Op zakenreis of op vakantie bent, je zult altijd nieuwe mensen ontmoeten. Anderen leren begroeten is essentiële in elke taal. Door een paar eenvoudige zinnen te leren, kun je jezelf al snel goed voorstellen in het Frans. Ik help je op weg met enkele standaardzinnen.

Week 2: De weg vragen
Als je in Frankrijk bent, moet je vast wel eens de weg vragen. Maar het kan natuurlijk ook gebeuren dat je in Amsterdam bent en daar wordt je aangesproken door een Fransman die je de weg vraagt… En jij gaat leren hoe je dat kunt zeggen!

Week 3: In een restaurant
Aaaah..uit eten. Heerlijk, toch? Maar wat doe als je in Frankrijk of Franstalig land naar een restaurant gaat? Die vocabulaire zit toch wel heel ver, en de juiste woorden in het Frans komen niet in je op?
Als je naar een Franstalig restaurant gaat, zijn er drie belangrijke momenten van interactie: reserveren/aankomen - bestellen - de rekening vragen en betalen.

Week 4: Op de pistes / op het strand
Er zijn een aantal Franse skitermen om te kennen als je gaat wintersporten in bijvoorbeeld de Franse Alpen. Er zijn nogal wat verwarrende woorden te horen op de piste.

Week 5: Winkelen
Souvenirs, lokale specialiteiten en lage prijzen maken reizen extra aantrekkelijk. Het is wel makkelijk daarbij over een basiswoordenschat te beschikken.

Week 6: Je mening geven / gewoontes
Wil je leren hoe je je mening uit in het Frans? Dan heb je geluk, want ik ga je de sleutels tonen om dit doel te bereiken. Laten we geen minuut meer verspillen en meteen tot de kern van het onderwerp komen.

